In 2020 startte ik mijn culinaire wereldreis @NationalDishes. Het doel: de nationale gerechten van alle 196 landen ter wereld koken, van Afghanistan tot Zwitserland. Ik begon in Afghanistan en ben inmiddels aanbeland in West-Afrika voor een authentieke en populaire streetfood van Benin. Dus vandaag: National Dishes Nr. 17/196 – BENIN – Kuli-Kuli. Dat bleek lastiger dan gedacht. Voor het eerst in weet ik hoe lang heb ik een gerecht compleet verprutst! Ja, dat kan dus kennelijk ook. Ik kreeg het gewoon niet voor elkaar om na het roosteren en malen van pinda’s de olie te scheiden. En dat is essentieel voor het maken van kuli-kuli. Hoe zeer ik ook recepten las en filmpjes bekeek, het lukte gewoon niet. Ik begreep dat er meer gekke westerlingen zijn die het ook niet lukte, geen idee hoe dat komt. Ik heb er uiteindelijk lekkere specerijen en wat suiker bijgedaan en heb er een grote pot homemade smeuïge pindakaas aan over gehouden. Ik ga binnenkort maar eens een lekkere pindasaus maken… En misschien probeer ik het ooit nog eens. Maar ondertussen ga ik naar Bhutan voor mijn volgende nationale gerecht: Ema Datshi. En jullie kunnen hier wel een indruk krijgen van Benin als land en de culinaire keuken en specialiteiten van Benin. En natuurlijk geef ik je het recept voor kuli-kuli! Wie weet lukt het jullie wel…
Je moet de olie uit het pindamengsel halen. Dat is een lastig klusje, maar wel essentieel voor goede krokante kuli-kuli. Mij lukte het niet, maar wie weet jullie wel…
Waardering: xx/20 punten
Hm, verprutst. Dus hier nog even geen waardering van kuli-kuli…
Behalve de constatering dat het dus lastiger te maken is dan ik eerst dacht!
Benin
De Republiek Benin ligt in West-Afrika. Buurlanden zijn Togo in het westen, Burkina Faso in het noordwesten, de Republiek Niger in het noordoosten en Nigeria in het oosten. Benin strekt zich uit van de rivier de Niger in het noorden tot de Baai van Benin, onderdeel van de Golf van Guinee, in het zuiden.
Benin is ontstaan uit het Koninkrijk Dahomey. In de 17e eeuw besloeg dit rijk een aanzienlijk deel van West-Afrika, en was een welvarend koninkrijk dat slaven verhandelde aan de Europeanen, vooral Portugezen en Nederlanders. De kust van het koninkrijk raakte dan ook bekend als de “Slavenkust”. Een oud Portugees fort, tegenwoordig museum, in de kustplaats Ouidah herinnert nog aan de slavenhandel. Halverwege de 19e eeuw vestigden veel Braziliaanse ex-slaven (Aguda) zich in steden als Ouidah en Porto-Novo waar zij zich richtten op de handel. Cultureel hebben zij veel invloed gehad op de plaatselijke bevolking, voornamelijk op de Yoruba.
Vanaf de 18e eeuw viel het koninkrijk uiteen en in 1892 slaagden de Fransen erin om een groot deel van het gebied onder hun controle te krijgen. In 1899 werd het land opgenomen in Frans-West-Afrika. In 1958 verkreeg het land autonomie als de Republiek Dahomey. Op 1 augustus 1960 werd het land volledig onafhankelijk van Frankrijk. Tot 1975 was het land bekend onder de naam Dahomey. In 1972 kwam er een militaire staatsgreep onder leiding van Mathieu Kérékou. Hij voerde een marxistisch bewind en doopte het land in 1975 om tot de Volksrepubliek Benin. De volksrepubliek kwam ten einde op 1 maart 1990 toen een nieuwe grondwet werd aangenomen, waarmee de marxistisch-leninistische structuur werd afgeschaft en de huidige Republiek Benin werd opgericht.
In Benin leven ongeveer veertig verschillende etnische groepen. 49% van de bevolking bestaat uit Fon, dat daarmee de grootste etnische groep is. Andere etnische groepen zijn onder andere de Adja, de Yoruba (zie ook Aguda), de Ottamari (of Somba) en de Bariba. De meeste van deze groepen hebben hun eigen taal. Toch is Frans, dat vooral in de grote steden wordt gesproken, de officiële taal. Naast het Frans zijn het Fon en het Yoruba de meest voorkomende talen. [Bron: Wikipedia]
De keuken en specialiteiten van Benin
Wat zijn de specialiteiten van Benin? Lastig te zeggen van een land met wel 60 verschillende tribes. Benin’s keuken is een mix van Europese en Afrikaanse invloeden.
Het eten in Benin verschilt sowieso per regio. In het noorden is het basisvoedsel yam (een soort knol). Yams worden vaak gegeten met pindasauzen of tomatensauzen. Hier eten mensen ook veel varkensvlees, kip en rundvlees. Het vlees wordt meestal gebakken of gefrituurd in palmolie of pindaolie (arachide). Ook worden er mango’s, bonen, rijst en couscous gegeten.
In het zuiden is het hoofdvoedsel maïs. Dat wordt veel verwerkt tot deeg en ook gegeten met pindasauzen of tomatensauzen. Er wordt vooral kip en vis gegeten, maar ook konijnenvlees, geitenvlees, rundvlees en ‘bush rats’ gegeten. Verder eten mensen in het zuiden ook veel rijst, bonen, tomaten, avocado’s en couscous. Ook fruit is er in het zuiden in overvloed, zoals mandarijnen, sinaasappelen, bananen, kiwi, ananas. En pinda’s, het hoofdbestanddeel van het nationale gerecht Kuli Kuli. Van pinda’s wordt ook pindasoep gemaakt, met tomaten, wortel en kip erin.
In Benin lijkt alles om sauzen te draaien. Een maaltijd zonder een saus, bijvoorbeeld tomaten- of pindasaus, is niet compleet. Zo is moyo een saus van tomaten, uien en pepertjes.
Stoofpotten zijn een belangrijk onderdeel; met pinda’s, sesam, okra, tomaten, palmvruchten en meer. Zo is er ‘ago glain’, een stoofpot van schaaldieren (zoals krab), tomaten en chilipepertjes. Of de Dahomey visstoofpot van gefrituurde vis die verder is gegaard in een saus van tomaten en uien en bij rijst wordt gegeten.
Van de palmboom wordt ieder onderdeel gebruikt en de kritiek die het westen heeft op palmbomen en palmolie, delen de mensen in West-Afrika niet. Ze noemen de palmboom daar ‘boom van het leven’.
Een ingrediënt dat buiten Benin waarschijnlijk niet of heel moeilijk te krijgen is, is afitin. Het ruikt volgens sommigen naar mensen die zich lang niet gewassen hebben, maar het is een sterke smaakmaker voor eten. Het wordt gemaakt van gefermenteerde zaden van néré [Afrikaanse johannesbroodboon].
In het noorden maken de Fulani wagasi-kaas van koemelk.
Net als in Nigeria en Ghana zijn in Benin àkàrà populair. Het zijn gefrituurde balletjes van gepelde zwarte ogen bonen (black eyed peas).
Aloko zijn gefrituurde plakjes bakbanaan.
Fufu (van yam) en garri (van cassave) is een brij die in heel West- en Midden-Afrika een hoofdbestanddeel van of een onderdeel van vele gerechten is.
Akpan is streetfood. Het is bekend als akassa. Deze gefermenteerde maïsyoghurt is een populair dessert. Yovo doko zijn een soort donuts of beignets en de zoete gefrituurde balletjes worden als nationaal dessert gezien.
La Béninoise is een favoriet biertje uit Benin.
.
Het nationale gerecht: kuli-kuli
Kuli-kuli komt voor in heel West-Afrika, naast Benin ook bijvoorbeeld in Ghana en Nigeria. In Benin eten ze de goedkope pindasnack als populair streetfood, maar ook wel samen met garri, de brij van cassavemeel die ook bekend staat als cassavevlokken. Kuli-kuli is in het hele land populair, maar de vorm verschilt. In het zuiden zijn het lange dunne sticks, in het noorden zijn de staafjes dikker en sommigen maken er ook andere vormen zoals rondjes van.
En tegenwoordig kun je ze in allerlei smaakjes krijgen. De normale kuli-kuli is met zout en bijvoorbeeld gember, knoflook en peper. Maar er zijn nu ook spicy varianten met chilipepertjes and voor de zoetekauwen met suiker en minder zout. Die zoete versie vind je bijvoorbeeld in de stad Djougou in het noordwesten.
Kuli-kuli is ontstaan als bijproduct bij het maken van pindaolie (arachide) uit rauwe pinda’s. Om kuli-kuli te maken, worden pinda’s geroosterd en vervolgens vermalen tot een pasta. De pasta wordt vervolgens gemengd met zout, specerijen en soms suiker. De pasta wordt met water ontdaan van overtollige olie en in de gewenste vorm gebracht (staafjes, balletjes etc.). vervolgens wordt de kuli-kuli gefrituurd. Het is zeer lang houdbaar.
Wat een mooie foto van mijn versie van gerecht betreft, moet ik jullie teleurstellen: dit is het eerste gerecht in eeuwen dat ik compleet verprutst heb! Geen foto van homemade kuli-kuli dus. Ik deed alles volgens mij volgens de aanwijzingen. Pinda’s roosteren en dan vermalen. Beetje water erbij en roeren, roeren, roeren. Niks. Er kwam geen druppel olie uit. En kneden, kneden, kneden. Weer niks. Geen druppel olie. Meer water. Niks. Nog meer water. Niks. Ik heb het moeten opgeven en heb er uiteindelijk lekkere specerijen (gemberpoeder, knoflookpoeder, zwarte peper, wat kaneel, snufje zout) en wat suiker bijgedaan en heb er een grote pot homemade smeuïge pindakaas aan over gehouden. Ik ga er binnenkort maar eens een lekkere pindasaus van maken… En misschien probeer ik het ooit nog eens. Maar ondertussen ga ik naar Bhutan voor mijn volgende nationale gerecht: Ema Datshi.
Ingrediënten (2 personen)
- 250gr ongeroosterde pinda’s, gepeld (ongepeld mag, maar dan pellen na het roosteren) en ongezouten (!)
NB Je kunt ook geroosterde pinda’s kopen, dan kun je stap 1 en 2 overslaan. - 100ml warm water
- 2TL gemengde specerijen naar keuze, bijvoorbeeld gemberpoeder, knoflookpoeder en zwarte peper. Maar je kunt ook nootmuskaat, kaneel (voor zoete tonen), chilipoeder (als je het pittig wilt) etc. toevoegen. Sommigen voegen zelfs ½TL kippenbouillon toe, maar dan is de snack natuurlijk niet meer vegetarisch. Een veel gebruikte combi is gemberpoeder, chilipoeder en peper. Ik nam gemberpoeder, knoflookpoeder, zwarte peper en wat zout en nadat ik pindakaas besloot te makne, voegde ik nog wat kaneel (½TL) en suiker toe (1TL).
- 1TL zout als je hartig wilt of ½TL zout + 1TL suiker als je zoet wilt
- 500ml pindaolie (arachide) of gewone frituurolie
NB Wilt je een zoete versie kluli-kuli? Neem dan bijvoorbeeld 1EL suiker, ½TL zout en eventueel wat specerijen zoals kaneel en gember.
Bereiding
- Verwarm een oven voor op 180 graden.
- Rooster nu je pinda’s in de oven. Spreid ze uit op een ovenplaat met bakpapier en rooster ze ca. 20 minuten in een voorverwarmde oven. Keer halverwege de pinda’s om.
- Vermaal de pinda’s in een foodprocessor of met een staafmixer. Het moeten kruimeltjes blijven en mag nog net geen pasta worden. Zorg ervoor dat er geen dikke stukjes pinda meer in de mix zitten.
- Nu moet je de olie uit het pindamengsel halen. Dat is een lastig klusje en kost je zeker 5-7 minuten kneden, maar het is wel essentieel voor goede krokante kuli-kuli. Zoals gezegd: mij lukte dat dus niet, geen idee waarom niet.
Methode 1: Doe in een kom wat warm water (niet meteen 100ml, maar in delen en kijk hoeveel je nodig hebt!) bij de pinda’s en roeren, roeren, roeren en daarna verder met je hand stevig aandrukken, kneden, kneden, kneden, dan knijpen en de olie uit de massa drukken. Wellicht moet je nog een beetje warm water toevoegen. De olie komt op gegeven moment bovendrijven. Giet de olie af. Blijf nog een tijdje verder drukken, kneden, knijpen en afgieten. Je kunt de afgegoten pindaolie bewaren en gebruiken (ook voor het frituren straks). Pak tenslotte telkens een beetje pasta uit je kom en knijp dit met je hand helemaal uit zodat de laatste restjes olie eruit gaan. Voeg de stukken bijelkaar, wikkel ze in een paar stukken keukenpapier en druk nog een keer. Doe alles om zoveel mogelijk olie uit je pindamassa te halen. Als het droog genoeg is, kun je er eventueel nog een beetje warm water aan toevoegen om er weer een dikke kneedbare massa van te maken waar je vormpjes naar wens van kunt maken, maar zorgt dat het stevig blijft!
Methode 2: Je kunt dit ook op een andere manier doen. Leg de verkruimelde pinda’s op keukenpapier of een schoon keukendoek en rol de pasta erin op. Druk met een stevige plank of pan zoveel mogelijk olie uit de pinda’s als mogelijk of draai je keukendoek alsof je ‘m uitwringt. Herhaal eventueel met een nieuw schoon keukendoek. Het doel is om alle olie uit de pinda’s te halen. - Mix de gemalen pinda’s met de specerijen en zout. Je kunt mengen met je handen of een lepel.
- Maak van de pindapasta vormpjes, bijvoorbeeld dunne staafjes of kleine balletjes (pingpong-grootte), platte rondjes of brokjes.
- Breng een laagje olie op een temperatuur van ongeveer 170°C. Dat kan het beste in een wok.
NB Sommigen voegen nu een half theelepeltje potas (kaliumcarcarbonat; een zout) toe. Dat schijnt het kookpunt van de frituurolie te verhogen. Hierdoor wordt nog meer olie uit de kuli-kuli geëxtraheerd en wordt de pindasnack nog krokanter. - Frituur de kuli-kuli een paar minuten totdat de vormpjes stevig, goudbruin en krokant zijn. Keer ze regelmatig in de olie om. Let op dat de kuli-kuli niet verbrandt. Leg de vormpjes op keukenpapier om uit te lekken. Laat afkoelen en geniet ervan. De kuli-kuli is zeker weken houdbaar.
Eet smakelijk!
@NationalDishes
Mijn doel met @NationalDishes is om de nationale gerechten van alle 196 landen in de wereld te koken, van A (zie de kabuli palaw uit Afghanistan) tot Z (afsluitend Zwitserland, met vermoedelijk kaasfondue?).
Op naar…?
Zo. Benin is land 17/196. Hierna pak ik mijn koffertje en pannen weer op en ga naar Azië, voor Ema Datschi, een loeiheet stoofje van verschillende soorten pepertjes en kaas. Volgen jullie me weer in mijn culinaire wereldreis…?
Waardering nationale gerechten:
De Flying Fish & CouCou uit Barbados [nr. 14/196] kreeg 17/20 punten (“Heerlijke saus, wat een smaakexplosie! Complex en warm door alle kruiden en specerijen”).
Tussendoor de borscht uit Oekraïne gemaakt, vanwege de crisis daar. 16,75/20 punten (Hartverwarmende soep, vol en rijk van smaak).
De machboos uit Bahrein [nr. 12/196] scoorde 16/20 punten (“Smakelijke geurige rijst. Sappige kip.”).
De mosselen met friet uit België [nr. 15/196]: 15/20 punten (“we hebben weer genoten van deze klassieker van onze zuiderburen”).
Rice & Beans uit Belize [nr. 16/196] scoorde samen met de recado-kip 14,5/20 punten (“verrassende rijst met bonen door de kokosmelk en heerlijke kip”).
De Chicken Korma uit Bangladesh [nr. 13/196] waardeerden we met 14/20 (“beetje saai”).
De kuli-kuli van Benin [nr. 17/196] mislukte, dus die konden we voorlopig nog niet waarderen.
© 2022 Tekst & Fotografie: Ingrid Larmoyeur | vinissima.nl.
Teksten en foto’s mogen door derden niet zonder toestemming worden overgenomen of gebruikt.
Meer nationale gerechten zien? Volg me op Instagram @vinissima of @NationalDishes of op mijn blog @NationalDishes.
Geef een reactie