Arabische muhammara – vegan paprika-walnootdip

Afgelopen week kregen we een groep mensen te eten waarvan er eentje veganistisch is. Wat te koken? Uiteindelijk heb ik het hele diner om de veganist heen gebouwd, met grotendeels vegetarische en veganistische gerechten uit Griekenland, Turkije, Libanon en Syrië. Voor het voorgerecht waren mezze de basis, de kleine gerechtjes uit de mediterrane en Arabische keuken. De topper: Arabische muhammara, een vegan paprika-walnootdip.

Muhammara is een Arabische saus die oorspronkelijk uit Aleppo in Syrië komt. Het is een heerlijke dip. De hoofdingrediënten zijn gegrilde paprika’s, chilipepertjes, walnoten en granaatappel.

Naast olijven, Libanese komkommertjes, kerstomaatjes, dadels en vijgen, Libanees platbrood en Turks brood (pide), maakte ik drie dipjes tirokafteri (niet veganistisch, want met feta met dierlijk stremsel en Griekse yoghurt), baba ganoush (auberginedip met tahin; recept volgt nog een keer) en Arabische muhammara, een vegan paprika-walnootdip. Vooral de muhammara viel bij iedereen erg in de smaak, naast mijn tirokafteri. Het recept voor de tirokafteri postte ik al eerder, daarom wil ik je nu het recept van de muhammara niet onthouden. Wellicht allemaal een lekkere suggestie voor #MeatlessMonday.

Muhammara is een Arabische saus die oorspronkelijk uit Aleppo in Syrië komt. Tegenwoordig kom je muhammara in het hele Midden-Oosten tegen. Muhammara is genoemd naar de rode kleur van het gerecht. In het Arabisch betekent ‘hamra’ namelijk rood. Het is een heerlijke dip. De hoofdingrediënten zijn gegrilde paprika’s, chilipepertjes, walnoten en granaatappel. Er hoort komijn in, maar die heb ik weggelaten omdat ik geen komijnfan ben. En sommigen doen er wat broodkruim bij, maar niet iedereen. Ik heb het broodkruim weggelaten; de gemalen walnoten geven voldoende structuur.

ingrediënten muhammara
Libanees platbrood en Turks brood
muhammara - baba ganoush - tirokafteri

Ingrediënten (dip voor 6-8 personen binnen een mezze-borrelplank)

  • 3 grote rode (punt)paprika’s
  • 1 chili- of cayennepepertje
  • 2 knoflookteentjes
  • 1 kleine ui, ragfijn gesnipperd
  • sap van 1 limoen of een halve citroen
  • 100 gram walnoten
  • 1 tl komijn
  • 1 el granaatappelmolasse (te koop bij een Turkse winkel)
  • Garnering: granaatappelpitjes

Bereiding

  • Zout en versgemalen peper
  • Verwarm de oven voor op 200 graden. Bekleed een bakblik met bakpapier.
  • Snij de paprika’s doormidden en verwijder de zaadlijsten en pitjes. Smeer ze aan de buitenkant in met olijfolie en leg ze met de bolle kant naar boven op het bakblik.
  • Snij de chilipeper doormidden en verwijder de zaadlijsten en pitjes. Smeer ze aan de buitenkant in met olijfolie en leg ze op het bakblik.
  • Wikkel de knoflook in aluminiumfolie en leg ze ook op het bakblik.
  • Zet het bakblik in de oven. Haal de chilipeper er na een half uur uit en laat afkoelen. Haal de paprika’s en de knoflook er na drie kwartier uit. De paprika’s mogen aan de buitenkant best wat zwart geroosterd zijn.
  • Wikkel de paprikahelften in huishoudfolie en laat afkoelen. Trek daarna het buitenste vel van de paprika’s. Druk de zacht geworden knoflook uit hun velletjes in een kom.
  • Rooster de walnoten en hak ze met de staafmixer grof.
  • Doe de paprika, het chilipepertje, de walnoten, het gesnipperde uitje, komijn (optioneel), het citroensap en de granaatappelmolasse in een kom en pureer met de staafmixer of in een keukenmachine tot een mooie dip. Kijk zelf of je je dipje glad of wat groffer met een beetje bite en structuur wilt hebben.
  • Breng op smaak met zout en peper.
  • Garneer met een paar lepel granaatappelpitjes.
  • Serveer met Libanees platbrood en/of Turks brood (pide) en eventueel nog andere dipjes en mezza-hapjes. Tip: je kunt de spread ook op je boterham smeren.