Andreas Durst

Deze week organiseerde Erasmus Wijnen, wijnimporteur van Duitse topwijnen, een unieke wijnproeverij met de eigenzinnige Duitse fotograaf en wijnmaker Andreas Durst. De proeverij vond plaats bij meestergastheer Harrie Baas (Harries Wine & Deli) in Rotterdam.

“Garagist.” “Quereinsteiger” (zij-instromer die een carrièrewisselaar maakt). “Individualist die de mode niet achterna loopt.” “Meilenweit abseits des Mainstreams”. “Rock-‘n’-Roll-Winzer und ein Star der sozialen Medien”. “A bohemian / artist / trickster / philosopher”. “Vrije vogel.” Het zijn zomaar wat citaten over hem. Andreas Durst – eigenzinnige garagist in de Pfalz die opkomt voor authentieke wijnen zonder opsmuk dus.

Durst bezit zelf geen wijngaard. Hij pacht 0,9ha, de rest van de druiven koopt hij. En daarvan maakt hij wijn volgens zijn eigen visie. Wijn van onder andere sylvaner, van portugieser en van pinot noir / Spätburgunder. En vaak van oude tot heel oude stokken. Een paar tanks en vaten produceert hij, meer niet. In totaal zo’n 5.000 tot 8.000 flessen, afhankelijk van het jaar. Van zes tot negen verschillende wijnen. Vanuit zijn garage. Ja echt. Andreas Durst mogen we dus bij uitstek een ‘garagist’ noemen. Hij denkt niet als een conventionele wijnmaker en volgt geen enkele wijntrend. Maar hij begon als fotograaf…

Er kwamen “ungeschmuckte Weine” op tafel. Wijnen zonder opsmuk; eerlijk, rauw, puur. En dat is de wijnstijl die Andreas Durst zo aanspreekt. En die hij zelf ook wel wilde maken. Compromisloos, eigenzinnig en zonder zich druk te willen of hoeven maken om rendabiliteit. Maar oh zo “geil” en authentiek.

“Die Weine sind GEIL!”
Waarom gaat een fotograaf wijn maken? Durst studeerde fotografie en film en werd al snel een gerenommeerd en gerespecteerd fotograaf. Hij werkte onder andere samen met veel Duitse wijnhuizen. Zijn eerste enthousiasme voor wijn kwam door een reisje naar de Etna. Daarna, in 2003, pakte het virus hem echt en werd hij enthousiast over de wijnen in de Moezel. Hij constateerde: “die Weine sind GEIL!” Maar hij ziet ook dat de Moezel-wijnboeren keihard werken, maar dat daar nauwelijks waardering voor is en dat de Duitse wijnmarketing in die tijd dat niet of nauwelijks communiceert naar de buitenwereld. De reclame voor Duitse wijn was strak en star. Technisch, maar zonder emotie. Dat moest toch anders kunnen!?

Durst wilde zo graag een waarheidsgetrouw beeld van de Duitse wijnsector geven. Hij las veel over wijn en leerde de Britse wijnschrijver Stuart Pigott kennen. Pigott ziet – net als Durst – de Duitse wijn als onderdeel van de Duitse cultuur. Een zielsverwante dus! De hechte samenwerking tussen de twee mannen ontstond door een project met Pigott voor diens 720 pagina’s tellende wijnboek ‘Wein spricht deutsch’ (2007, alleen nog 2e hands te koop). Hiervoor reisden de twee een jaar lang naar tal van wijngaarden en wijnhuizen, van de Moezel tot Südtirol, van Saale tot Elzas en Wachau. Er staan 200 fantastische foto’s van Andreas Durst in. Durst legde met zijn camera zowel de prachtige landschappen, de wijnbouwers als hun persoonlijkheden vast. Hij ging naar de wijnboeren, hij keek goed, vroeg veel aan de stugge wijnmakers om ze tijdens hun werk makkelijker te kunnen portretteren en hij leerde zo terloops veel over wijnmaken en de passie van de wijnboeren. En tijdens de gesprekken en eten met de wijnboeren kwamen er wijnen op tafel waar die wijnboeren trots op waren. Er kwamen “ungeschmuckte Weine” op tafel, zoals Durst aangaf. Wijnen zonder opsmuk; eerlijk, rauw, puur. En dat is de wijnstijl die Andreas Durst zo aanspreekt. En die hij zelf ook wel wilde maken. Compromisloos, eigenzinnig en zonder zich druk te willen of hoeven maken om rendabiliteit. Maar oh zo “geil” en authentiek.

Waarschijnlijk werd Durst in dat jaar met Pigott dus echt geïnspireerd om zelf ook wijn te gaan maken, want al in 2008 verhuist hij naar het kleine dorpje Bockenheim an der Weinstraße in de Duitse wijnregio Pfalz. Hij wilde wijn maken van vergeten of ‘achtergelaten’ druiven. En jaar later pachtte hij een perceel met oude stokken sylvaner, echt oud, uit 1906! En met een hele lage opbrengst. Lekker boeie. Hij wil produceren zonder technische ingrepen, gewoon goed kijken naar timing, rijpheid van de druiven etc. . En hij wil veel experimenteren, en steeds verbeteren. Niet voor niets noemt hij zijn werk een ‘work-in-progress’.

[PS de foto hierbij is gemaakt van een ander boek van Pigott waarvoor Durst ook de foto’s maakte: “Weinwunder Deutschland”.]

Andreas Durst maakt bewust Pfälzer Landwein

Instinctief
In de wijngaard werkt Durst handmatig en biologisch, maar hij is niet gecertificeerd. Zwavel wordt schaars of helemaal niet gebruikt, dat laat hij afhangen van het oogstjaar. En filteren doet hij bij rood niet of nauwelijks, èn hij snapt ook absoluut niet waarom zoveel andere wijnmakers wel filteren. Zijn wijnen zijn trouwens bewust gekwalificeerd als Pfälzer Landwein, IGP dus en niet het hoogste niveau van Qualitätswein. Dat doet Durst, omdat hij wil experimenteren, maar ook omdat hij de “stomme regeltjes en striktheid” van het huidige terroirsysteem en de regels voor Grosses Gewächs in Duitsland hekelt.
En hij werkt letterlijk vanuit zijn garage, zonder technische hoogstandjes. Hij heeft er een tank, een paar houten vaten, en een biervat. Meer niet. Het zal wel gewoon Fingerspitzengefühl zijn. Hij voelt het gewoon aan. Hij zegt zelf “dat hij ze instinctief ook zo wel ‘de goede kant’ op krijgt”.

Portugieser van Andreas Durst

Portugieser
We begonnen met de portugieser. Durst gruwelt van de wijnen die daar vroeger en ook nu nog van gemaakt worden. Laffe, halfzoete Weissherbst, een populaire en goedkope zoetige rosé-achtige slobberwijn. Andreas maakt echter strakdroge rode wijn van – nog ongeënte! = stokken van portugieser uit 1906! Nu dus 118 jaar oud! Dikke stammen, lage opbrengst. Maar oh zo complex en mooi. Wij proefden aan het begin van onze proeverij maar liefst drie wijnen van portugieser uit de jaren 2013, 2016 en 2019. Allemaal elegant, met mooie fraicheur en ongefilterd. Alle drie 12% alc. Lichtrood fruit, aards, zoethout en een vleugje cederhout. De 2013 al met ontwikkeld tertiair bouquet. De 2016 met het meeste fruit. De 2019 nog jong, met wat meer body dan de vorige wijnen en vermoedelijk met het meeste bewaarpotentieel van de drie. Maar nu was de elegante fruitigere 2016 duidelijk mijn favoriet.

pinot noir - Spätburgunder van Andreas Durst

Pinot noir / Spätburgunder
Spannende intrigerende pinots maakt Durst. Voor mij is de 2013 pinot noir/Spätburgunder R de absolute favoriet van wat we proefden. Iets troebel, tertiaire tonen, aards, elegant en puur met aangename ingetogen fruittonen.

In sommige jaren maakt hij ook een gezwavelde (S) èn een niet-gezwavelde (N) versie, zoals in 2016. Daarbij merk ikzelf dat mij de licht gezwavelde net iets beter bevalt. Zoals de 2016 pinot noir/Spätburgunder S: mooie neus, goede vulling, elegant met fijne fraicheur. De 2016 pinot noir/Spätburgunder N is behoorlijk tertiair. Hier ook tonen van gekookte kool. En deze 2016 N lijkt geouderder dan de S-versie.

Vanaf 2017 bepaalt Durst per jaar of hij ze een heel klein beetje zwavelt (S) of helemaal niet (N). de 2017 pinot noir/Spätburgunder N heeft een heerlijke pinot-neus en een fijne fraicheur, maar oogt boerser dan de 2018 pinot noir/Spätburgunder S die mijn voorkeur weer heeft. De 2018 is zachter, met rijpere tannines en mooie fruittonen. Durst noemt de 2018 zelf “een mediterrane wijn”. Wellicht een beetje atypisch, maar ik hou er van! Daarna volgde de 2019 pinot noir/Spätburgunder N. ook hier elegantie en fraicheur, maar veel stroever en minder fruit. Oogstjaarverschillen? Of komt het toch door S of N? de laatste wijn uit deze serie, de 2020 pinot noir/Spätburgunder S, bevestigt mijn eigen smaakvoorkeur. Sappig, mild, zachter, fruitiger, elegante tannines. Misschien is dit niet zo’n bewaarwijn, maar ik vind ‘m nu wel heel fijn.

Andreas Durst maakt sylvaner van heel oude stokken

Sylvaner
Tenslotte de sylvaners, waaronder zijn bijzondere wijnen van heel oude stokken (zijn AAA-serie is van 60 jaar oude stokken). Durst weet allang dat de algemene focus op de bekende en populaire riesling ligt en dat sylvaner wat in de vergetel- of verdoemhoek ligt. Maar dat boeit hem niet. Hij heeft zich ten doel gesteld om historisch cultuurgoed te redden van de ondergang. Wat dat voor hem betekent? Dat hij onder meer percelen pacht met oude wijnstokken. Lastig te bewerken – hij noemt zich daarom ook wel enigszins schertsend een tuinier die de helft van zijn tijd op de knieën zijn stokken bewerkt in plaats van een wijngaardenier- en die oude stokken zijn ook nog eens nauwelijks rendabel omdat ze minder rendement hebben. Ook dat boeit hem niet. Hij doet liever moeite voor oude sylvanerstokken dan voor bekende of moderne internationale druivenrassen.
Er zijn wel een paar meer liefhebbers van sylvaner die zich vol overtuiging en hard werken inzetten voor dit druivenras en volledig overtuigd zijn van de kwaliteit van sylvaner, als je er maar moeite voor wilt doen. Zo iemand is Durst ook. Vroeger werd de sylvaner hier hoogstens als blendpartner van riesling gezien. Maar toen mono-cépagewijnen van riesling meer opleverden, stopte dat. En het imago van sylvaner kelderde nog meer. Zeer tot verdriet van wijnmakers als Durst. Hij maakt fantastische complexe wijnen van sylvaner. En als plagerijtje maakt hij ook een blend van riesling en sylvaner, zijn ‘Angel Dust’.

We proeven drie verschillende flights. Eerst de basislijn, sylvaner uit drie oogstjaren (2013, 2017 en 20210 van verschillende wijngaarden. Fris, slank en de eerste twee met aan petrol-denkende aroma’s.
Dan de toplijn, de sylvaner AAA. We proeven 2016 sylvaner AAA, de 2017 sylvaner AAA, de 2020 sylvaner AAA en de 2021 sylvaner AAA. Wat een verschillen! De 2016 rvs, de 2017 rvs en hout en vanaf 2020 alleen maar houtgerijpt. Maar los daarvan ook veel verschillen. De 2017 zeer fris, de 2021 wat rokerig. Maar de AAA-serie (niet zomaar oude stokken maar van “noch ältere Reben”) is ook rijk, met honing, aardsheid en mineraliteit. Durst drinkt deze wijnen zelf graag als ze al even open staan, een weekje ofzo. Of hij drinkt uit een fles elke dag een glas, en dan geniet hij er telkens meer van.
En tenslotte proeven we twee ongezwavelde sylvaners “uit jaargangen die dit mogelijk maken”. 2018 sylvaner N en 2020 sylvaner N. Hier zien we goed dat de wijnen meer karakter krijgen doordat ze ongefilterd zijn: het eerste ingeschonken glas van de groep is glashelder, het laatste ingeschonken glas is volkomen troebel. Lekker eigenzinnig.

Fotograaf en wijnmaker Andreas Durst

Ode aan de schoonheid van het onconventionele
Fotograaf Durst is niet slechts een wijnmaker; hij is een kunstenaar, en zijn meesterwerk ontvouwt zich in elke fles die zijn garage verlaat. Het is een ode aan de schoonheid van het onconventionele. Durst’s wijnen zijn niet alleen een weerspiegeling van zijn vakmanschap en visie, maar ook van zijn diepgewortelde verbondenheid met de regio. De Pfalz stroomt door zijn aderen, en elk glas vertelt zijn verhaal. In een wereld waar conformiteit de norm lijkt te zijn, is Andreas Durst een verfrissende uitzondering. Zijn eigenzinnige visie en aanpak hebben de wijnscene in de Pfalz en in Duitsland verrijkt met karakter en persoonlijkheid.

In Amerika zijn ze al gek op zijn wijnen en verkoopt hij z’n flessen voor €80. Dat lukt in het altijd zuinige Nederland niet, maar gastronomisch zijn ze zeer interessant. Niet zo gek dus dat bij de proeverij een aantal enthousiaste sommeliers aanwezig waren. We gaan er vast meer van horen, in selecte liefhebberskring, want zoveel wijn van Andreas Durst is er helaas niet.

Maarten Drop - Andreas Durst - Ragnar van Es

Meer info:
Andreas Durst: www.durst-wein.de (wijn) en www.ikonodule.de (fotografie). Op Instagram @andreas_durst (wijn) en @photo_durst (fotografie). Op Facebook: www.facebook.com/andreas.durst.3
Erasmus Wijnen: www.erasmuswijnen.nl van Maarten Drop & Ragnar van Es. Importeur van de wijnen van Andreas Durst. Op Facebook: www.facebook.com/erasmuswijnen.nl

Andreas Durst - ode aan de schoonheid van het onconventionele
proeverij sylvaner - pinot noir - portugieser van Andreas Durst