Pasta met ‘ragù’ is een klassieker uit de Italiaanse keuken. Het bekendste is de spaghetti bolognese, een gerecht dat – als het traditioneel en goed gemaakt wordt door een echte Italiaanse mama of nonna – zeker anderhalf à twee uur staat te pruttelen en dan een dikke pastasaus oplevert die rijk en vol van smaak is. Dat is dus heel wat anders dan zo’n dunne waterige zoute spaghettisaus uit een potje op tafel gooien!

Gisteren kocht ik konijnenbouten om die te verwerken in een lekker pastagerecht. Dat werd ‘pappardelle al ragù di coniglio’. Moeilijk is het niet, maar het kost wel even wat (voorbereidings)tijd. En dat proef je echt.

Ingrediënten (4 personen)

  • 4 konijnenbouten
  • 1 EL bloem
  • 300 gram droge pappardelle (maar je kunt ook tagliatelle gebruiken)
  • 1 rood uitje, gesnipperd
  • Een halve winterwortel, in kleine blokjes
  • 2 stengels bleekselderij, in kleine blokjes
  • 1 teentje knoflook, fijngesnipperd
  • 1 EL tomatenpuree
  • 1 blik tomatenblokjes
  • 100 gram pancetta, in kleine stukjes
  • Takje rozemarijn
  • 1 glas (125 ml) witte wijn (zie ook wijntip)
  • 200 ml kippenbouillon
  • 3 EL olijfolie
  • Zout en peper
  • Parmezaanse kaas naar behoefte
  • Tip: Gebruik een vuurvaste gietijzeren pan als je het gerecht in de oven bereid.

Bereiding

  • Braad de konijnenbouten aan in wat olijfolie en haal uit de pan als ze rondom goudbruin zijn.
  • Bak vervolgens de pancetta 2 minuten in de pan. Haal ook uit de pan.
  • Fruit de knoflook en de ui aan. Doe de rest van de groenten in de pan en fruit ca. 2-3 minuten. Fruit de tomatenpuree even mee en bestrooi met 1 EL bloem. Roer goed door. Doe het blik tomaten, de rozemarijn en het laurierblaadje erbij. Roer weer goed door.
  • Doe de konijnenbouten en de pancetta terug in de pan.
  • Voeg een glas witte wijn en 200 ml bouillon toe, roer nog een keer en laat minstens 1 1/2 uur zachtjes pruttelen. Dat kan op een laag vuur, maar het kan ook in de oven (150 graden). Ik vind dat laatste prettiger. Controleer regelmatig of er nog voldoende vocht in de pan zit! Zo niet, voeg nog wat (warme) bouillon toe. Je kunt ook een tijdje aluminiumfolie erop doen als je denkt dat het te hard gaat
  • Als het vlees supergaar is, haal het uit de pan, laat even afkoelen en pluk het vlees van de botten. Snij of trek het in kleine stukjes. Doe het vlees terug in de pan en laat nog een half uur sudderen. Breng op smaak met zout en peper. Is de saus nog te dik, dik dan nog wat in.
  • Kook ondertussen de pasta.
  • Dien de pasta op met de saus.
  • Bestrooi naar behoefte met geraspte Parmezaanse kaas.

Wijntip: volle witte wijn met weinig zuren (het vlees en de saus zijn zoetig!).
Wil je liever rood? Je kunt het gerecht ook met rode wijn maken. Kies in dat geval voor een mooie rode wijn uit de Toscane. Chianti, Vino Nobile di Montepulciano, of chiquer (en krachtiger): Brunello di Montalcino.

Buon appetito!