Francofiele wijnclubgenote José op bezoek. Wat doe je dan? Even plagen. Na klassieke start met Kir Royal telkens twee wijnen bij voor- en hoofdgerecht. Frankrijk naast Nieuwe wereldwijn. Blind ingeschonken. Wat is wat? En ook: welke past beter! Leuk.

Chenin blanc Loire (chenin sec van Château de Fesles) naast Zuid-Afrika (21 Gables van Spier) bij coquilles met gecarameliseerde witlof en sinaasappelgremolata. Bleek moeilijk. Fout geraden. En 1-0 voor Nieuwe wereld qua wijn-spijs. De Zuid-Afrikaan is ronder en voller. Past beter bij de zoete tonen van coquilles en gecaramileseerde witlof. Ook sloot de sinaasappelzest beter aan bij het tropische in de 21 Gables.

Toen pinot noir Bourgogne (Santenay Beautegard 1er cru van Jacques Girardin) naast Chili (reserva especial van pinot noir-specialist Cono Sur) bij “Lam in het groen”, een mooi voorjaarsrecept van Angelique Schmeinck. Goed geraden. Chileen zwoeler. José prefereerde de Bourgogne, sowieso en ook bij het gerecht. 1-1 oude vs. nieuwe wereld dus. Ik vond de Cono Sur lekkerder en ook beter bij het gerecht passen. We waren het allemaal eens: de Chileen paste beter bij het gerecht als totaal en vooral bij de dressing van balsamico, pompoenpittenolie, kappertjes en taggiasche-olijfjes. De Bourgogne sloot wat beter aan bij de spinazie en groene asperges, maar deed het ook prima bij het lammetje.

Leuke test.

Afsluiter weer Frans (“Gourmandise” van Domaine Coston, zoet rood van overrijpe grenache en syrah) bij kaasplankje.

Mooie avond met dierbare wijnvriendin.