Voor het eerst maakte ik Yorkshire Puddings. Dat leek me wel een passend decembergerecht in het kader van de #brexit die de Britten – en Europa – al jaren in de greep houdt. Ik ben niet van het bakken, ik wist niet eens precies hoe deze Britse trots er precies uit zag. Maar ze werden ‘perfect and fluffy’. Eigenlijk een beetje gebakken lucht. Veel show dus; Boris Johnson zou er trots op zijn. En ik ben zeer tevreden met mijn Yorkshire Puddings met Sunday Roast en rode wijnsaus.
De #brexit brengt ‘splitting families’ en zelfs scheidingen teweeg. Maar ook de receptuur voor de Yorkshire Pudding scheidt de gemoederen.
Splitting families
“Puffy, golden, crisp-and-soggy, soaker-up-of-gravy in chief,” noemde iemand ze. Ik had me op Britse sites goed ingelezen in de receptuur voor de puds. En ik ontdekte heel veel geruzie over hoe je de perfecte Yorkshire Pudding moet maken. Heerlijk voer als je culigek bent. Mar het zegt ook iets over de cultuur van een land. Ik geloof niet dat Nederlanders zoveel ruzie kunnen maken over het perfecte recept voor iets. Nederlanders geven denk ik gewoon niet zoveel om eten om er ruzie over te maken. Italianen wel. Britten kennelijk ook. De #brexit brengt ‘splitting families’ en zelfs scheidingen teweeg. Maar ook de receptuur voor de Yorkshire Pudding scheidt de gemoederen. Noorderlingen klagen over softe Southeners die hun puddings verkeerd maken. Hilarisch. De Britten hebben onenigheid over hoeveelheden en verhoudingen en maken online ruzie over of je half water en half melk of alleen melk moet gebruiken. Er wordt geruzied over of je de ‘batter’ (beslag) moet laten rusten of niet en zo ja hoe lang (ik las alles van een half uur tot “overnight”). Of je ze alleen bij de Sunday Roast (beef!) mag eten of ook bij ‘roast chicken’. En of je, zoals Jamie O. voorstelt, plantaardige olie mag gebruiken of , zoals traditie is, “beef dripping” moet nemen voor het lekkerste resultaat. Jamie wordt er verbaal om afgemaakt.
Overigens waren de puds vroegâh groter en worden ze nu vaker in een muffinvorm gedaan, zoals ik ook met mijn mini-puddings deed. En ze werden ook wel ‘Dripping Puddings’ genoemd. Inderdaad, naar de ‘beef dripping’. Voilá! Jamie verkracht weer eens een gerecht volgens de kenners. Ik voorspel een #YorkshirePuddingGate op social media. Of, zoals @Alex_j95 op twitter meldde: “”#YorkshirePuddingGate has ruined this family.” Jaja, de gemoederen lopen hoog op, niet alleen over de #brexit. Ik zeg: #MakeYorkshiresGreatAgain !
Ik trok uiteindelijk mijn eigen plan maar en heb die tips gebruikt die me nuttig leken en sommige tips koelbloedig naast me neergelegd. Ik koos voor een metalen muffinvorm zodat ik 12 mooie mini-Yorkshire Puddings zou krijgen. En mijn eerste Yorkshire Puddings waren heel goed, al zeg ik het zelf. Lekker luchtig (“fluffy”) en smakelijk. Voor herhaling vatbaar, maar dan met spannende(re) variaties.
Ingrediënten (ruim genoeg voor een muffinvorm met 12 vormpjes en 4 personen)
- 130gr bloem, gezeefd
- 3 eieren, losgeklopt
- 175ml melk en 25ml (3EL) koud water
- 1/2TL zout
- reuzel of ghee (of natuurlijk ‘beef dripping’)
- nodig: metalen muffinvorm 12 stuks (van ca. 6cm Ø per muffin)
Bereiding
- Maak eerst het beslag door bloem in een kom te doen, hier de losgeklopte eieren doorheen te roeren en daarna de melk en het water erdoorheen te roeren. Voeg het zout eraan toe en laat het beslag afgedekt minstens een half uurtje tot een uur rusten.
- Verwarm ondertussen de oven voor op 250 graden (ik gebruikte de fan-stand, maar zonder kan ook).
- Doe een klein lepeltje vet (reuzel, ghee of braadvet van je ‘Sunday Roast’) onderin in je muffinvormpjes. Ik had geen Sunday Roast voorhanden en gebruikte ghee, dat verhit goed en werkte perfect.
- Zet tien à vijftien minuten voor het einde van de rusttijd van het beslag de muffinvorm in de oven. De vorm moet gloeiend heet worden!
- Roer het beslag nog één keer goed door en giet over in een maatbeker met tuit zodat je het beslag makkelijk in de vormpjes kunt gieten.
- Haal de gloeiende muffinvorm uit de oven en giet het beslag in de vormpjes. Tip: giet niet helemaal tot de rand, want de puds rijzen nog. Zet de gevulde muffinvorm terug in de oven.
- Zet de oven terug naar 220 graden en bak de mini-Yorkshire Puddings in 20-25 minuten gaar. Let op dat ze aan de bovenkant niet te donker worden.
- Serveer de puds warm bij gebraden vlees, kalkoen of kip. Lekker met de hier beschreven rode wijnsaus, of ‘red wine & onion sauce‘ of portsaus.
Tips
- Olie (plantaardige) schijnt prima te gaan in de muffinvorm, maar is volgens de ‘traditionalists’ een doodzonde en smaakt minder lekker. Als je braadvet van je ‘Sunday Roast’ hebt, is dat het lekkerste volgens kenners. Reuzel is een goed alternatief. Ik koos voor ghee (geklaarde boter). Gebruik in elk geval iets dat een hoge temperatuur aan kan.
- Een beetje koud (kraan)water toevoegen aan je beslag maakt het eindresultaat luchtiger. Verhouding 7 delen melk + 1 deel water.
- Je beslag laten rusten, is geen must. Maar ook hierover twisten zelfs de chefs ruimschoots. Persoonlijk heb ik het gevoel dat het eindresultaat ten goede komt als je het wel doet. De puds worden groter, luchtiger en smakelijker. En krijgen meer luchtbellen om je jus in te gieten. Doen dus!
- Koud of warmer beslag? Warm beslag rijst beter bij het bakken en wordt knapperiger. Koud beslag krijgt een kuiltje in het midden; lekker als je er veel jus in wilt, volgens de kenners.
- Het is handig als je de muffinvorm op een bakblik of bakplaat zet. Zo kun je de gloeiend hete muffinvorm makkelijker uit de oven halen en weer in de oven zetten.
- Kijk uit voor spatten als je het beslag in de vormpjes giet en hou een lepel in de buurt voor het nadruppen.
- Je moet het beslag in een gloeiend hete muffinvorm gieten! Het beslag begint al meteen te pruttelen aan de randen als je het erin giet. Die gloeiend hete vorm is een deel van het succes. Een gietijzeren vorm werkt misschien het beste, maar metalen anti-kleeflaag vormen (b.v. staal) zijn ook prima. Kies in elk geval een metalen vorm; in een silliconen-vorm kun je dit niet maken!
- Beheers je en doe de ovendeur zeker het eerste kwartier niet open! Instortingsgevaar ligt op de loer. Maar uiteraard zijn de geleerden het ook hier oneens over…
Rode wijnsaus
Mijn rode wijnsaus is een variant op de Britse ‘red wine gravy’ waarin de Britten rode wijn en ‘redcurrant jelly’ gebruiken. Ik maak de saus met rode wijn en crème de cassis, waardoor de saus lekker vol en fruitig wordt.
Ingrediënten (4 personen)
- Knoflook, gepeld en grof gesnipperd
- 2 sjalotten
- 1 laurierblaadje
- 2 takjes verse tijm
- 380ml vleesfond
- 400ml rode wijn
- 100ml crème de cassis (of ruby port)
- 100gr ongezouten roomboter, koud en in blokjes
Fruit de sjalot 3 minuten, en daarna de knoflook 1 minuut mee. Voeg tijm, laurier, fond en wijn toe. Dik in (let op: dit duurt minstens 15-20 minuten). Zeef. Breng op smaak met zout en peper. Haal de pan van het vuur. Klop met een garde blokje roomboter erdoor.
Sunday Roast
Serveer de mini-Yorkshire Puddings met gebraden vlees, lamsvlees of kip en een lekkere jus of saus. De Britten gebruiken naast hun geliefde ‘gravy’ soms ook ‘onion gravy’ of ‘red wine gravy’. Traditioneel bij de Britten is de combinatie met de Sunday Roast. Want “You can’t have roast beef without Yorkshire puddings”. Een Sunday Roast bestaat uit gebraden rundvlees (de ‘Roast beef’), Yorkshire Puddings, gebakken aardappelen en groenten (vaak doperwten en worteltjes, maar ook bloemkool- en/of broccoliroosjes en soms pastinaak of haricots vert). De Roast Chicken kan ook, maar traditionalisten zullen de wenkbrauwen fronsen.
Wijntip
Kies een mooie volle rode wijn. Ik ga hier uit van beef. De wijnkeuze is afhankelijk van hoe je het vlees bereidt en wat je erbij serveert. Kort bereid en ‘rare’ of ‘medium rare’ vlees’, zoals de ossenhaas die wij erbij aten, kan stevigere jongere wijn aan met meer tannines en/of alcohol; bij langer bereid vlees kun je een wat zachtere elegantere wijn inzetten. Klassiek bij de Sunday Roast is een Bordeaux (b.v. Pomerol of Margaux). Maar het hoeft niet altijd Bordeaux te zijn. Een kruidige wijn van syrah (denk aan Noord-Rhône: b.v. Côte-Rôtie of Hermitage) of Rioja reserva of gran reserva kan. Die passen ook mooi bij een rode wijnsaus. Rosso di Montalcino (of chiquer: Brunello di Montalcino) uit Italië is een elegantere optie. Liever naar de ‘nieuwe wereld’? Kies dan voor een Argentijnse malbec, een Australische shiraz of een Bordeaux-blend van cabernet sauvignon en merlot uit Stellenbosch/Zuid-Afrika. Deze wijnen passen deels ook als je kiest voor een Sunday Roast met lamsvlees.
Ik koos voor de 2015 Rioja “Sela” van Bodegas Roda. Elegante neus van rijp rood fruit. Al mooi op dronk. Bomvol fruit. Zachte tannines en subtiel hout. Van 82% tempranillo, 10% garnacha en 8% graciano. Meer garnacha dan in voorgaande jaren (warm jaar). 12 maanden rijping op Frank eikenhout (grotendeels nieuw). Moderne stijl met Frans hout i.p.v. de klassieke Amerikaanse vaten die men veelal in Rioja gebruikt(e). Vind ik eerlijk gezegd fijner en subtieler. Niet klassiek, so what!? Elegante gulle Rioja. Heerlijk!
Eet smakelijk!
Geef een reactie