supersnelle Koreaanse bulgogi bowl met bavette

불고기 Supersnelle Koreaanse bulgogi bowl met bavette. Dat was het resultaat van het feit dat ik een peer over had. Een peer? De Koreanen gebruiken voor de marinade van het bulgogi-vlees peren. De peer fungeert als tenderizer, ofwel malsmaker.

Bulgogi betekent ‘vuurvlees’ en het is een van de populairste en bekendste Koreaanse gerechten. Bulgogi is eten is feest, want als je het in een Koreaans restaurantje bestelt, krijg je per tafeltje een eigen barbecuetje of grilpan – vaak in de tafel ingebouwd! – en mag je zelf je vlees bereiden. Daarnaast zijn er allerlei bijgerechtjes waardoor je naar hartenlust je eigen gerechtje en je eigen Bulgogi-‘wrap’ kunt samenstellen. Ik heb eerder een recept voor Koreaanse bulgogi geschreven, maar ik had nu helaas geen tijd voor de traditionele manier van bulgogi-eten. Daarom verzon ik deze snelle bulgogi bowl. Alle ingrediënten in één kom en genieten maar!

Zoals gezegd, de aanleiding was dat ik nog een peer over had. En ik had ook nog bavette liggen. Dat bracht mij op het idee om een bulgogi van bavette te maken, daar waar ik eerder entrecôte had gebruikt. Het vlees voor bulgogi marineer je eerst een aantal uren. De Koreanen gebruiken daarvoor de Koreaanse of nashi-peer, maar met gewone peer kan het ook. De peer fungeert als tenderizer, ofwel malsmaker. Dat zit ‘m vooral in de zuren.

De Koreanen gebruiken voor de marinade van het bulgogi-vlees peer. De peer fungeert als tenderizer, ofwel malsmaker.

Ingrediënten (2 personen)

  • 300-400gr bavette, in flinterdunne plakjes (dat gaat makkelijker als je het vlees een half uurtje invriest). Ideaal is als het vlees wat gemarmerd is; bavette is er uitstekend voor, maar je kunt ook entrecôte of biefstuk gebruiken)
  • 250gr shiitake, in reepjes
  • 1EL rijstazijn
  • 1 rode ui, in reepjes of ringen
  • 3 bosuien, in dunne ringetjes
  • Geroosterde sesamzaadjes, lichtbruine en zwarte in de smaken ‘garlic’ en ‘smoked’
  • Witte rijst (basmati)

Voor de marinade:

  • 2 cayenne-, chili- of rawitpepertjes, in flinterdunne reepjes (naar eigen smaak meer of minder)
  • 1 middelgrote rode ui, gepureerd in de blender of met de staafmixer
  • 2cm verse gember, geraspt
  • 1 knoflookteentje, fijngesnipperd
  • 1 peer (Koreaans, nashi of gewone Conference of Doyenne), zonder schil en klokhuis, geprakt of in de blender gepureerd
  • 4EL sojasaus light (minder zout)
  • 2EL (riet)suiker
  • 1EL mirin (zoete rijstwijn, eventueel te vervangen door een eetlepel rode wijn en wat extra suiker)
  • 1EL sesamolie
  • 1EL geroosterde sesamzaadjes, lichtbruine en zwarte in de smaken ‘garlic’ en ‘smoked’
  • Versgemalen peper
marinade voor Koreaanse bulgogi

Bereiden

  • Maak een marinade van de sesamolie, sojasaus, suiker, ui, gember, knoflook, pepertjes, geprakte peer (of kiwi) en een beetje versgemalen peper. Je kunt het gewoon in de blender samen pureren. Doe er daarna de sesamzaadjes bij.
  • Snij het vlees in flinterdunne plakjes en laat de plakjes minstens een uur marineren. Langer is nog mooier.
    PS Het ‘supersnel’ uit de titel slaat op de bereiding, die is namelijk in zo’n 10-15 minuten klaar als het vlees eenmaal gemarineerd is.
  • Kook de rijst.
  • Haal de rundvleesplakjes uit de marinade. Gril het vlees op een grilplaat, bak in de pan, wok of leg ze heel kort op de BBQ. Op een houtskoolvuurtje geeft de meest authentieke smaak, maar de andere bereidingswijzen kunnen ook. Laat echter niet stoven! Je moet het vlees zo heet mogelijk bereiden, het moet echt wat rook- en grilsmaak krijgen. Ik deed het in twee porties op hoog vuur in de wok.
  • Wok de shiitakereepjes, blus af met 1EL rijstazijn (of gebruik de vleesmarinade) en breng op smaak met zout en peper.
  • Bak ondertussen ook de rode ui zacht en op het laatste 1 minuut de bosui. Liefst in aparte pannetjes, maar samen mag ook.
  • Serveren: neem een kom of een diep bord. Leg daarin een bolletje rijst en serveer met het gegrilde/geroosterde vlees, de reepjes shiitake, de ui, de bosui en de sesamzaadjes eromheen.

Wijntip: Kies voor een redelijk stevige rode wijn uit een warmer gebied, met milde zuren, wat kruidigheid en niet al teveel strenge tannines en niet al teveel geprononceerde houtrijping. Rijp rood dus uit bijvoorbeeld Puglia (Zuid-Italië), Roussillon (Frankrijk), Steiermark (Oostenrijk), Argentinië, Chili, Zuid-Afrika, Australië. Soepele Ribera del Duero (Spanje) of sappige Portugezen uit Alentejo of Douro kunnen ook. Druivenrassen? Bijvoorbeeld shiraz, primitivo/zinfandel, negroamaro, nero d’Avola, grenache. Pinot noir als uit b.v. Chili (maar niet uit de Bourgogne!). Een fruitige rosé zou ook nog kunnen. Wil je toch wit? Kies dan voor een witte wijn met een heel klein zoetje (niet zoet!), zoals sommige Elzas-pinot gris of een chenin blanc uit Zuid-Afrika.

Ik dronk er dit keer een ginger beer (= alcoholvrije frisdrank; pittiger dan ginger ale) bij omdat ik na het eten nog de deur uit moest om wijncursus te geven.,

Eet smakelijk!