Op het menu bij Villa Vinissima: Riso venere con petti di mare, finocchi e salsa allo zafferano (zwarte Venus-rijst met coquilles, venkel en saffraansaus). Ik wilde eerst zwarte risotto maken, met inktvisinkt. Maar toen stuitte ik op het bestaan van zwarte rijst: Riso nero venere. Prachtig qua kleur, en heerlijk in het eten!

zwarte rijst - riso nero venere -DSC_0394Zwarte Venus-rijst: riso nero venere
Deze zwarte rijst wordt ook wel Venus-rijst of ‘verboden rijst’ genoemd. De rijst komt oorspronkelijk uit China en werd vernoemd naar Venus, de Godin van de Liefde. Liefdesrijst dus; dat klinkt goed! Door de lage productiviteit was de rijst er duur en werd er daarom alleen gegeten door keizers en edellieden.

Eind jaren negentig van de vorige eeuw kwam de rijst pas naar Italië en werd uiteindelijk in 1997 door de Chinese wetenschapper en rijstexpert Dr. Wang Xue Ren in de Piemontese regio Vercelli gekruist met Italiaanse rijstsoorten om ‘m geschikt te maken voor het klimaat rond de Po-vlakte. Daaruit ontstond de Riso nero venere, een pikzwarte rijst met een geurige bijna nootachtige smaak.

De zwarte rijst is supergezond! In China wordt de rijst daarom tegenwoordig gegeven aan oude mensen, zwangere vrouwen en zieken. Het is een soort volkorenrijst die vezelrijk en natriumarm is. Er zitten bovendien veel anthocyanen (die ‘m de zwarte kleur geven) in en de rijst is rijk aan mineralen (zoals selenium, zink, calcium, fosfor en ijzer) en eiwitten. En de rijst is glutenvrij. En natuurlijk is die zwarte rijst ook nog eens super decoratief. Zeker als je ‘m combineert met felgekleurde groenten of eetbare bloemen. Redelijk duur, dat wel, maar dan heb je ook wat…! Let er wel op dat je de riso nero niet behandelt als risotto! Het is namelijk heel wat anders. Dus gewoon koken in water. De mijne was na 30 minuten perfect, maar dat hangt wellicht van het merk af, want ik lees in sommige recepten ook kooktijden van een uur.

Terug naar mijn gerecht. Het uitgangspunt was dus de zwarte rijst. Daar past een mooi kleurrijk en verfijnd gerecht bij. Het werd knalgele saffraansaus op een zwart bord en tussen de rijst een laagje gestoofde venkel. Daarop wat coquilles en een plukje van de knalgroene venkelblaadjes (het ‘pluis’ aan de bovenkant van de venkelknol). Het leverde dit mooie kleurrijke plaatje en smakelijke gerechtje op.

Ingrediënten (4 personen)

  • 300 gram Riso nero venere
  • 12 coquilles

Voor de saus:

  • 1 uitje of sjalotje, fijngesnipperd
  • 250ml kookroom of slagroom
  • 100ml visbouillon
  • 50ml Nouilly Prat
  • Een plukje saffraan (ca. 20 draadjes), geweekt in 2EL warm water
  • 2EL olijfolie
  • Zout en versgemalen peper naar smaak

Voor de venkel:

  • 1 venkelknol, in blokjes van ca. een halve centimeter (bewaar de pluizige blaadjes voor de garnering!)
  • 1 uitje of sjalotje, fijngesnipperd
  • 1 teentje knoflook, fijngesnipperd
  • 2EL olijfolie
  • 50ml Nouilly Prat
  • 50ml kippenbouillon
  • Zout en versgemalen peper naar smaak

Bereiding

  • Kook de rijst volgens de aanwijzingen op de verpakking (bij mij was dat 30 minuten in water met zout, maar ik heb de rijst gekookt in water met een kwart bouillonblokje en wat zout)
  • Maak de saus door een uitje te fruiten, dan room, visbouillon, Nouilly Prat en saffraan (met weekwater) toe te voegen en dan ca. 15-20 minuten in te dikken. Breng op smaak met zout en peper.
  • Fruit voor het venkelmengsel een uitje en knoflook en daarna de venkelstukjes kort mee. Blus af met 50ml Nouilly Prat en kippenbouillon (de blokjes moeten krap onder vloeistof staan) en kook totdat het vocht verkookt is en de venkel gaar (5-10 minuten). NB Roer regelmatig zodat de venkel niet aanbrandt!
  • Bak op het laatste moment de coquilles (max. 1-2 minuten per kant!) en bestrooi ze met zout en peper.
  • Maak de borden op de volgende manier op:
    Maak een spiegeltje van de saus. Zet een serveerring in het midden van de borden en vul deze voor 1/3 met de zwarte rijst. Doe er dan 1/3 van het venkelmengsel in en dek tenslotte af met 1/3 van de rijst. Leg drie coquilles op de rijst en garneer met een plukje venkelblaadjes.

Wijntip: Drink er een lekker glas Italiaanse witte wijn bij. Wij kozen dit keer voor 2015 Falanghina Beneventano van Lapilli. Heerlijk Italiaans wit uit de omgeving van Napels. Lapilli betekend vulkaansteentjes en de wijn komt dan ook van vulkanische bodem. De falanghina groeit langs de kust van Campanië ten noorden van Napels. Wijn uit het warmere deel van Italië, maar met mooie frisse zuurgraad. De Romeinen kenden ‘m al onder de naam Falernia. Past goed bij vis en schaal- en schelpdieren.

Buon appetito!